Naar goede gewoonte neemt de fiscus ook dit jaar de verschillende kortingen op de bedrijfsvoorheffing onder de loep. En nu het Rekenhof de dienst op de vingers tikte, dreigen die controles nog strenger te worden. Een goede raad: stel tijdig orde op zaken.
Sinds het begin van de jaren 2000 kun je als werkgever in bepaalde gevallen genieten van een volledige of gedeeltelijke vrijstelling voor het doorstorten van bedrijfsvoorheffing – een voorschot op de belasting op de beroepsinkomsten van werknemers. In theorie hou je als werkgever dat bedrag in op de lonen die je je medewerkers betaalt. Maar in de praktijk is het je sociaal secretariaat dat de belasting opzijzet en aan de Schatkist stort.
Momenteel bestaan er tien vrijstellingen, onder meer voor overuren, onderzoek en ontwikkeling, nacht- en ploegenwerk, investeringen in een steunzone en startende ondernemingen. Elk met haar eigen aanvraagprocedure en administratieve opvolging. In Ella vind je een uitgebreid overzicht en de voorwaarden waaraan je moet voldoen (enkel voor abonnees).
Controle loopt mank
Begin 2019 lanceerde het Rekenhof een vernietigend rapport over hoe de federale overheidsdienst Financiën controle uitvoert op deze vrijstellingen. Daarop volgt nu een tegenbeweging vanuit de fiscus met intensievere en vooral strengere controles. Vooral de vrijstellingen voor onderzoek en ontwikkeling, en nacht- en ploegenarbeid in het aanslagjaar 2018 liggen in het vizier, maar ook bedrijven die gebruikmaken van de vrijstelling voor werken in onroerende staat en investeringen in een steunzone kregen al controleurs over de vloer.