Cash for car verdwijnt: is het mobiliteitsbudget een alternatief?
Het verhaal rond de mobiliteitsvergoeding – beter bekend als cash for car – leest als de kroniek van een aangekondigde dood. Het idee om je bedrijfswagen volledig in te ruilen voor cash sloeg nooit aan bij de grote massa. Bovendien vertoonde het systeem zelf veel hiaten, volgens het Grondwettelijk Hof. Het gevolg: op 31 december 2020 valt het doek definitief, tenzij de regering nog een poging tot reanimatie onderneemt. Maar die kans is erg klein. Is het mobiliteitsbudget dan een optie? En hoe implementeer je het?
Het mobiliteitsbudget promoot duurzame alternatieven voor de klassieke bedrijfswagen, maar mét de optie om een (milieuvriendelijke) bedrijfswagen te behouden. Hoewel deze formule dus meer keuzevrijheid aanbiedt, blijft het verwachte succes voorlopig uit. Dat komt doordat veel werkgevers en werknemers het concept onvoldoende kennen. Is dat ook voor jou zo? Lees dan vooral door.
#1 Ga na of jij en je werknemers aan alle voorwaarden voldoen
First things first. Het mobiliteitsbudget is immers niet vrij toepasbaar door elke werkgever. Zo moet je op het moment van de invoering al minstens 3 jaar ononderbroken bedrijfswagens aanbieden. Voor starters geldt een uitzondering op deze regel. Ook voor de werknemers gelden enkele minimumtermijnen. In dit artikel zetten we alle spelregels op een rij.
#2 Bereken samen wat een mobiliteitsbudget voor je medewerkers kan betekenen
Aan de uitgavenmedaille zijn twee kanten: de werkgevers- en de werknemerszijde. De eerste is eenvoudig samen te vatten, want voor werkgevers betreft het een budgetneutrale oefening. Het mobiliteitsbudget stemt overeen met de reële jaarlijkse kosten van de bedrijfswagen die je aanbiedt. Niets meer, niets minder.
Voor werknemers ligt de berekening wat moeilijker. Zij kunnen kiezen uit drie ‘pijlers’, elk met eigen sociale en fiscale regels:
- Pijler 1: een milieuvriendelijkere bedrijfswagen
- Pijler 2: duurzame vervoersmiddelen en mobiliteitsdiensten
- Pijler 3: een restsaldo in cash
Hoe zich dat in de praktijk vertaalt, ontdek je in deze 3 voorbeelden:
Kenneth reed tot voor kort met zijn bedrijfswagen van de Gentse stationsbuurt naar zijn werk in Berchem. Vandaag stapt hij naar Gent Sint-Pieters en neemt er de trein (pijler 2) naar Antwerpen-Berchem. Daarna legt hij de laatste kilometers af met een deelfiets (pijler 2) van Blue-bike. Op het einde van de rit houdt Kenneth een mooi bedrag over (pijler 3).
Nathalie werkt in het centrum van Brussel, maar woont in het afgelegen Maasmechelen. Daar heeft ze iets op gevonden. Ze rijdt nu met een elektrische fiets (pijler 2) naar het station van Genk. Daar neemt ze de trein (pijler 2) naar Brussel-Centraal, waarna ze op de metro (pijler 2) springt om twee haltes later op haar werk toe te komen. Een voordelige beslissing (pijler 3)!
Ilse ruilde haar bedrijfswagen type BMW2 en tankkaart (cataloguswaarde van 35.000 euro en een totale kostprijs per jaar van 8880 euro) via het cash for car-principe in. In 2021 wil ze graag opnieuw het bedrag cash laten uitbetalen. Dat kan via het mobiliteitsbudget, maar aan andere voorwaarden:
Ilse ‘verliest’ dus een goeie 1000 EUR vanaf 2021. Wel positief: ze bouwt extra socialezekerheidsrechten op, wat niet zou kunnen met een bedrijfswagen, noch met de mobiliteitsvergoeding.
#3 Creëer een intern draagvlak
Pols naar de bereidwilligheid bij je medewerkers. Jij bent niet verplicht om een mobiliteitsbudget aan te bieden, maar zij zijn ook niet verplicht erop in te gaan als je het wel aanbiedt. Daarom is het belangrijk dat alle neuzen in dezelfde richting staan. Zo weegt het vooruitzicht van een restsaldo niet voor elke werknemer op tegen het comfort van zijn of haar huidige bedrijfswagen.
#4 Voer het mobiliteitsbudget in
Lopen je medewerkers warm voor het systeem, dan is het tijd voor actie. Je kunt een mobiliteitsbudget opstarten op dezelfde manier waarop je de bedrijfswagens invoerde: via een ‘car policy’, een collectieve of individuele arbeidsovereenkomst. Het belangrijkste is dat je álle medewerkers vóór de invoering op de hoogte brengt (= informatieplicht) van de modaliteiten die je aan het mobiliteitsbudget verbindt.
Tip: SD Worx heeft een bestaande oplossing die jou kan helpen met het beheren van jouw mobiliteitsbudget.
#5 Leg individuele afspraken vast en houd ze bij
Medewerkers die op je aanbod willen ingaan, doen dat via een schriftelijke aanvraag (brief of e-mail). Je bezorgt de werknemer schriftelijk de berekeningswijze van het mobiliteitsbudget en het exacte bedrag. Hij heeft dan nog de kans om de aanvraag in te trekken. Gaan jullie beiden akkoord, dan vormen de formele aanvraag en jouw positieve beslissing samen een overeenkomst die deel uitmaakt van het arbeidscontract. Die moet er zijn vóór de eerste toekenning van het mobiliteitsbudget en bevat enkele verplichte vermeldingen. Het wordt beschouwd als een sociaal document en dat brengt een aantal verplichtingen mee voor jou als werkgever, onder meer rond de bewaring ervan.
Veerle Michiels
Juridisch Adviseur
Veerle Michiels ging in 1997 bij SD Worx aan de slag als adviseur voor contacten tussen werkgevers en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Sinds 2004 werkt ze bij het Juridisch Kenniscentrum. Hier verdiepte ze zich in eerste instantie in thema’s rond sociale zekerheid in de ruime zin.