Werknemers ontslaan is bijna nergens zo duur als in België. Om de kosten die met de exit van een medewerker komen kijken beter op te vangen, kun je als werkgever vanaf dit jaar – onder bepaalde voorwaarden en grenzen – een deel van je winst fiscaal vrijstellen.
Als werkgever ben je niet alleen verplicht het loon van je medewerkers uit te betalen. Bij ontslag is ook de uitbetaling van een correcte ontslagvergoeding een wettelijke vereiste. Je doet er goed aan dat bedrag – je sociaal passief – veilig te stellen. Want in slechte tijden kunnen de kosten van verbrekingsvergoedingen fors oplopen. Zeker als je een groot personeelsbestand hebt met medewerkers die al heel wat jaren bij je aan de slag zijn. Bovendien levert het sociaal passief vanaf 1 januari 2019 een fiscale vrijstelling op.
Wat houdt het ‘sociaal passief eenheidsstatuut’ precies in?
In 2014 zorgde de invoering van het eenheidsstatuut voor een gelijkschakeling van arbeiders en bedienden. Voor werkgevers leidde dit tot hogere ontslagkosten als gevolg van de nieuwe, langere opzeggingstermijnen. Om die kosten op te vangen, werd een fiscale vrijstelling ingevoerd: het ‘sociaal passief eenheidsstatuut’.
Als werkgever kun je jaarlijks ervoor kiezen een bepaald bedrag af te trekken van je belastbare winst of baten. Dat bedrag moet je niet opnemen in de jaarrekening of blokkeren. Het gaat dus om een fiscale lastenvermindering op het moment dat je de reserve opbouwt.
Welk bedrag is vrijgesteld?
Vanaf 1 januari 2019 is elke opgebouwde reserve voor werknemers die minimaal 5 jaar in dienst zijn in het eenheidsstatuut (dus na 1 januari 2014), vrijgesteld van belasting. De grootte van het bedrag dat in aanmerking komt, is afhankelijk van het aantal dienstjaren van je werknemer:
- vanaf 6 dienstjaren: 3 weken bezoldiging per begonnen dienstjaar;
- vanaf het 21e dienstjaar: 1 week bezoldiging per bijkomend begonnen dienstjaar.
Het bedrag dat als berekeningsbasis dient voor de vrijstelling is begrensd tot 1500 euro plus 30% van het gedeelte van het maandloon dat hoger is dan 1500 euro, met een vast plafond van 2600 euro. Als gevolg van het Zomerakkoord wordt de voorziening voor de ontslagkosten gespreid over 5 jaar, in schijven van telkens 20% van het totale sociaal passief voor dat jaar.
Belangrijk!
Deze regeling geldt niet voor vzw’s die vallen onder het belastingstelsel voor rechtspersonen.
Wat bij ontslag?
Als werkgever geniet je deze vrijstelling zolang de betrokken werknemer in dienst blijft. Nadien zijn er 2 scenario’s mogelijk:
- De werknemer stapt zelf op: je hoeft geen ontslagvergoeding te betalen. Het gespaarde bedrag wordt nu effectief eenmalig belast. Je betaalt op dat moment de belasting die je gedurende de voorgaande jaren hebt uitgespaard.
- Je ontslaat de werknemer: je moet een ontslagvergoeding betalen. De hele opgebouwde reserve wordt toegevoegd aan de winst of baten, maar je brengt dit bedrag in mindering van de ontslagkosten, die op hun beurt aftrekbaar zijn.