Federaal regeerakkoord: belangrijke topics inzake loonfiscaliteit

 

Na lang afwachten en gelekte supernota’s, werd het regeerakkoord vrijdag 31 januari goedgekeurd en ondertussen ook gepubliceerd. 

We gaan in deze blog niet dieper in op alle maatregelen die werden genomen maar we willen wel een aantal belangrijke topics inzake loonfiscaliteit in de verf zetten:

 

Het fiscale regime van auteursrechten zou terug uitgebreid worden. We verwijzen graag naar de saga van de voorbije jaren waarbij de IT-sector werd geviseerd én uitgesloten. Dit werd destijds ook zo bevestigd door het Grondwettelijk Hof. Hier zou dus terug verandering in komen waarbij de digitale beroepen opnieuw aanspraak zouden kunnen maken op dit regime. Het gaat met name specifiek om de werken die vallen binnen het toepassingsgebied van Titel 6 van Boek XI van het Wetboek van Economisch Recht. De toepassing blijft dus nog steeds uitgesloten voor databanken (Boek XI, Titel 7 van het Wetboek van Economisch Recht).

Het voordelig tarief van 15% blijft evenwel behouden. Er was nochtans sprake om dit te verhogen naar 20% maar dit blijft dus ongewijzigd.

De reacties vanuit de sector zijn gemengd. Temeer omdat velen zich hadden neergelegd bij de eerdere uitsluiting van deze profielen. Zonder twijfel zal de concurrentiestrijd binnen de sector opnieuw toenemen van zodra een fiscaalvriendelijke verloning voor de overdracht van auteursrechten heringevoerd zal worden. Eenzelfde beweging binnen de sector stelden we immers enkele jaren geleden vast.

 

Sinds 1 januari 2022 is er een specifiek expatregime in het leven geroepen ter vervanging van een oud statuut uit 1983(!). Uiteraard waren er aan dit nieuwe regime ook voorwaarden verbonden, waardoor we in de afgelopen jaren een forse daling aan expats konden vaststellen. 

De voorwaarden zouden nu aantrekkelijker worden gemaakt én het voordeel hoger. De belastingvrije vergoeding wordt verhoogd naar 35% zonder beperking in plaats van 30% met een beperking tot EUR 90.000 op jaarbasis. Ook de minimale salarisvoorwaarde voor inkomende belastingplichtigen wordt aangepast naar EUR 70.000 op jaarbasis in plaats van EUR 75.000 voorheen.

 

Er komt “zo snel mogelijk” een kader voor kosten eigen aan de werkgever. 

Momenteel ontbreekt een coherente wetgeving die zowel voor de sociale zekerheid als voor de fiscus van toepassing is. In navolging op recente stappen in de goede richting, zoals de administratieve circulaire over tussenkomsten inzake thuiswerk, zal nu gewerkt worden aan een wettelijk kader voor andere types van kostenvergoedingen. Wij denken daarbij in eerste instantie aan kostenvergoedingen verbonden aan bedrijfswagens (carwash, parking etc.) of representatie.

 

Overuren

Overuren bestaan (arbeidsrechtelijk) in verschillende vormen en maten. Eén daarvan is het systeem van fiscaalvriendelijke overuren waarop de wettelijke overwerktoeslag van toepassing is. Niet te verwarren met het systeem van de netto vrijwillige overuren. 

Het aantal fiscaalvriendelijke overuren zal structureel verhoogd worden naar 180u. Momenteel zou deze grens slechts gelden tem 30 juni 2025, waarna deze terug 130u zou gaan bedragen. 

Voor de volledigheid: in de horeca (360u), spoor- en wegenwerken (280u) en voor werken en onroerende staat (180u) gelden vandaag al andere grenzen. Er is in het regeerakkoord geen sprake om ook voor deze sectoren in een bijkomende verhoging te voorzien, al valt het natuurlijk niet uit te sluiten dat men hier in de verdere voorbereiding van de wetgeving naar zal kijken.

 

Bedrijven die ploegen- en/of nachtarbeid verrichten kunnen genieten van een fiscale stimulans in de vorm van een gedeeltelijke vrijstelling van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Aan dit recht zijn echter strikte regels verbonden. 

Begin 2024 bevestigde het Grondwettelijk Hof dat de fiscus deze regels strikt mag interpreteren, waardoor vele ploegensystemen uit de boot vallen. 

Om hen toch aan boord te houden kwam de minister vorig jaar met een alternatieve overgangsregeling, de ploegenarbeid “bis” variant. Deze tijdelijke variant zal na afloop (eind 2026) omgezet worden naar een structureel systeem voor ploegenarbeid met wisselende omvang.

 

Ook voor R&D werkzaamheden bestaat al enkele decennia een fiscale stimulans. In de praktijk vinden echter verschillende discussies plaats tussen fiscus en belastingplichtige omtrent de interpretatie en praktische toepasbaarheid van deze wetgeving. 

Om de rechtsonzekerheid weg te werken zal er dan ook een verdere verduidelijking komen inzake de vrijstelling doorstorting bedrijfsvoorheffing voor onderzoek en ontwikkeling. Het gaat met name om een hervorming van het toepassingsgebied bij universiteiten, hogescholen universitaire ziekenhuizen en fondsen voor wetenschappelijk onderzoek. 

Er zal tevens ook gekeken worden naar objectieve criteria en transparante regels voor erkende wetenschappelijke instellingen. We vernemen dat er plannen zouden zijn om een eerder concept – waarbij ondernemingen een (gedeeltelijke) erkenning tot wetenschappelijke instelling kunnen verkrijgen – opnieuw op te pakken.

 

Misschien wel nuttig om ook de benoemen welke geplande wijzigingen niet in het regeerakkoord zijn opgenomen en dus naar verwachting in hun huidige vorm behouden zullen blijven… het idee om extra bijdrage op door de werkgever toegekende warranten (en aandelenopties) te heffen is weggevallen. 

Uiteraard noteerden we in deze context wél de solidariteitsbijdragen op mogelijke meerwaarden van financiële activa.

Het is duidelijk, er zitten veel wijzigingen aan te komen op het vlak van loonfiscaliteit die ook voor jullie van belang zullen zijn. God is in the details, dus wat dit allemaal concreet zal brengen in de toekomst, is momenteel nog koffiedik kijken. We verwachten meer verduidelijkingen en we volgen dit uiteraard op de voet op.