Om een betere work-lifebalans tot stand te brengen laat de arbeidsdeal toe dat voltijdse medewerkers hun arbeidstijd over vier dagen presteren of spreiden over twee weken. De werknemer moet dit wel zelf aanvragen.
Q2: Ben ik verplicht met zo’n verzoek van mijn medewerker in te stemmen?
A: Nee, helemaal niet. Er is immers geen sprake van een individueel recht op flexibiliteit. Als werkgever moet je de vraag van je medewerker om via een aangepast werkregime tot een betere work-lifebalans te komen, afwegen tegen de organisatorische noden en mogelijkheden van jouw teams en afdelingen. Neem tijdens deze oefening ook de impact van zo’n beslissing op je employer branding mee. Mogelijk krijg je hierdoor openstaande vacatures makkelijker ingevuld. Geen overbodige luxe in tijden van krapte op de arbeidsmarkt.
Q3: Hoe voer ik de aangepaste voltijdse arbeidsregelingen in?
A: First things first, maak in de komende weken de denkoefening voor je onderneming. Zo ben je alvast voorbereid als je medewerker straks met zo’n verzoek aanklopt. In dat geval heb je twee opties: je weigert het verzoek en motiveert dit schriftelijk binnen de maand, of je stemt hiermee in. Vergeet dan zeker geen bijlage toe te voegen bij de arbeidsovereenkomst en je arbeidsreglement aan te passen.
Q4: Is een aanpassing van een voltijdse arbeidsregeling definitief?
A: Nee, zowel voor de 4-dagenweek als voor de tweewekelijkse spreiding geldt de aanpassing maximaal zes maanden. Daarna is er ruimte voor evaluatie en reflectie, zowel voor jou als je werknemer. Jullie beslissen samen over een eventuele verlenging of een terugkeer naar het oorspronkelijke arbeidsregime.
Uiteraard denk je beter ineens na op de lange termijn. Hoe kun je zo’n aangepaste voltijdse arbeidsregelingen werkbaar maken binnen de verschillende afdelingen en teams? Op welke vlakken creëert dit een meerwaarde en waar zitten de valkuilen? Hou er ook rekening mee dat je medewerker misschien tijdelijk voor zo’n aangepaste arbeidsregeling kiest om tegemoet te komen aan een (gezins-)situatie. Neem dit mee tijdens de evaluatiegesprekken.
Q5: Wat is het verschil tussen een aangepast voltijds regime en het gebruik van glijtijden?
A: Bij een aangepast voltijds regime gespreid over twee weken geldt een maximale daggrens van 9 uur en een maximale weekgrens van 45 uur. Deze grenzen zijn dezelfde als bij glijdende uurroosters.
Bij een glijdend uurrooster bepaalt je werknemer zelf het begin- en einduur van zijn prestaties – en mogelijk ook zijn pauzes – binnen de voorziene stamtijden. We zetten alvast enkele gelijkenissen en verschillen op een rijtje:
Glijdend uurrooster
|
Spreiding arbeidsduur over twee weken
|
Focus op flexibiliteit
|
Focus op flexibiliteit
|
Keuze van de werknemer, kader uitgewerkt door werkgever
|
Keuze van de werknemer, kader uitgewerkt door werkgever
|
Naleving gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over maximaal 12 maanden
|
Naleving gemiddelde wekelijkse arbeidsduur over 2 weken
|
Maximale daggrens = 9 uur
Maximale weekgrens = 45 ur
|
Maximale daggrens = 9 uur
Maximale weekgrens = 45 uur
|
Te voorzien in het arbeidsreglement
|
Te voorzien in het arbeidsreglement
|
Enkel mogelijk met een systeem van tijdsopvolging
|
Geen tijdsopvolging nodig
|
Werknemer geniet geen ontslagbescherming
|
Werknemer geniet ontslagbescherming
|
Q6: Kan mijn voltijdse werknemer in een 4-dagenregime nog overuren doen?
A: Nee, dat kan niet. Als de voltijdse arbeidsduur van 38 uur gespreid wordt over slechts 4 dagen per week, dan duurt een werkdag 9,5 u. Overuren zijn dan verboden, zowel aansluitend op 1 van de 4 werkdagen, als op de 5e dag die principieel vrij moet blijven.
Q7: Heeft de keuze voor een 4-dagenregime impact op de verloning van mijn medewerker?
A: Nee, er is geen directe impact op het bruto uur- of maandloon. Dat blijft hetzelfde. De gevolgen kunnen zich wel laten voelen op enkele extralegale voordelen. Heeft je medewerker recht op 1 maaltijdcheque per gewerkte dag, dan leiden minder gewerkte dagen tot een lager aantal maaltijdcheques. Diezelfde redenering geldt eveneens voor de vergoeding woon-werkverkeer voor wie de eigen wagen of fiets gebruikt.