Aan autonomie op de werkvloer hebben medewerkers doorgaans geen gebrek, zo blijkt uit een recente studie die we uitvoerden bij 2500 Belgische werknemers in grote en kleine organisaties. Maar qua inspraak in het beleid en de werking blijft het schoentje knellen. Annelies Rottiers legt uit hoe we hier verandering in brengen.
Belgische werknemers zijn relatief tevreden over de zelfstandigheid en vrijheid die ze krijgen om hun werk zelf te organiseren. Opvallend hierbij is dat er nauwelijks verschil is tussen arbeiders, bedienden en kaderleden. Annelies Rottiers: “Medewerkers nemen hun job en carrière vandaag steeds meer in eigen handen. Daardoor wordt de werkgever-werknemersrelatie individueler en flexibeler. Regelingen om tijd- en plaatsonafhankelijk te werken of loonpakketten op maat zijn hier slechts enkele voorbeelden van.”
Meer inspraak, hogere betrokkenheid
Met inspraak in het beleid en de werking van de organisatie is het een stuk minder goed gesteld, zo leren we uit dezelfde studie. Meer dan de helft van de werknemers vindt dat zijn werkgever er te weinig aandacht voor heeft. Bovendien evolueerde dat cijfer nauwelijks sinds 2009, toen we deze grootschalige bevraging voor het eerst organiseerden. Daarmee bengelen we bovendien helemaal aan het staartje van het Europese peloton. In onze buurlanden Duitsland (42%), Frankrijk (42%) en Luxemburg (38%) is ongeveer vier op de tien werknemers ontevreden met de inspraak die ze hebben; in Nederland, de Europese koploper, is dat drie op de tien (31%).
En laat inspraak nu net een van de hefbomen bij uitstek zijn voor een hoger engagement. Annelies Rottiers: “Een werknemer die het gevoel heeft dat hij een bijdrage kan leveren aan de huidige én toekomstige werking van zijn organisatie, zal een hechte band ontwikkelen met zijn werkgever. Maar het gaat verder dan dat: ruim 9 op de 10 (94%) van de medewerkers met inspraak voelt zich gedreven om sterke prestaties neer te zetten, tegenover minder dan 7 op de 10 (68%) van wie weinig of geen zeggenschap ervaart.”
Continue dialoog met je teams
Samen met je medewerkers oplossingen zoeken en processen verbeteren of veranderen is dus de boodschap om hun betrokkenheid aan te zwengelen. Annelies Rottiers: “Beperkte ingrepen kunnen hiervoor al wonderen doen. Zo is de meerwaarde van kleine teams al meermaals bewezen. De communicatielijnen zijn veel korter en de onderlinge samenwerking efficiënter en transparanter. Verder bestaat er een brede waaier aan tools om medewerkers virtueel dichter bij elkaar te brengen, de uitwisseling van feedback te bevorderen en de communicatie in het algemeen naar een hoger niveau te tillen.”
Maar hoe weet je of je acties ook effectief vruchten afwerpen? Annelies Rottiers: “Via digitale tools kun je je medewerkers op geregelde tijdstippen een aantal eenvoudige, korte vragen voorschotelen. Wat leeft er binnen je teams? Doen de teamleden nog graag wat ze moeten doen? Hebben ze de nodige middelen ter beschikking om goed te functioneren? Zijn alle nodige competenties aanwezig om de ploeg succesvol te maken? Je medewerkers ontvangen de vragen op hun smartphone of pc en geven feedback wanneer het hen past. Met andere woorden, je blijft in dialoog met je teams op de werkvloer.”
(Bij)sturen op basis van hr-data
Vervangt zo’n continue monitoring het klassieke jaarlijkse tevredenheidsonderzoek? Annelies Rottiers: “Zeker niet, maar het is er wel een doeltreffende aanvulling op. Door continu te meten kun je immers veel korter op de bal spelen wanneer er een probleemsituatie opduikt of een specifieke actie bijsturing nodig heeft. En ook niet onbelangrijk: aan de hand van de resultaten maak je issues bespreekbaar binnen je teams.”
Kortom, door de betrokkenheid van je teams te monitoren en er concrete acties aan te koppelen, sla je twee vliegen in een klap. Je medewerkers voelen zich meer betrokken, waardoor ze waardevoller zijn voor je organisatie. En je hebt een schat aan hr-data ter beschikking om je teamwerking op continue basis te perfectioneren en wendbaar in te spelen op de uiteenlopende uitdagingen die zich aandienen.