1. Home>
  2. SD Worx>
  3. Pers>

Jonge Belgen willen vroeger met pensioen dan ouderen

Jongeren tussen 18 en 24 jaar willen op 55 jaar met pensioen

Als ze konden kiezen, zouden Belgische werknemers ouder dan 55 jaar al op hun 63ste met pensioen willen gaan. Werknemers jonger dan 25 jaar zouden dat moment liever verschuiven naar 55 jaar. De gewenste leeftijd om te stoppen, verschilt wel per land. Enkel jonge Nederlanders zouden tot hun 60ste levensjaar willen werken. Hoe ouder werknemers zijn, hoe hoger ook de gewenste pensioenleeftijd ligt. Zelfstandigen ouder dan 55 jaar met één werknemer in dienst, willen zelfs doorwerken tot 68 jaar. Ondernemers hopen tegenwoordig veel sneller met pensioen te gaan. Meer verdienen of minder uren werken stimuleert werknemers het meest om na de wettelijke pensioenleeftijd langer actief te blijven op de werkvloer. Dat blijkt uit onderzoek van HR- en payrolldienstenverlener SD Worx, afgenomen bij 5000 werknemers uit België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk.

Met pensioen op 55 jaar: de ideale leeftijd voor jonge Belgische werknemers

SD Worx vroeg 5000 Europese werknemers onder meer naar hun gewenste pensioenleeftijd. 

In België ligt die leeftijd, net als in de andere bevraagde landen, een stuk hoger bij 55-plussers dan bij de 18 tot 24-jarigen. 55+’ers in België willen op hun 63 jaar met pensioen, hun Franse collega’s op 62 jaar. De Britse en Duitse 55+’ers vinden 65 jaar de ideale pensioenleeftijd en hun Nederlandse leeftijdsgenoten willen doorgaan tot hun 66ste. Zelfstandige Belgen ouder dan 55 en met personeel in dienst, willen gemiddeld het langst blijven werken: tot hun 68 jaar, vijf jaar langer dan het gemiddelde bij wie in loondienst is.

Het verschil met de jongeren is frappant: jonge zelfstandigen tussen 18 en 34 jaar willen doorgaans het vroegst met pensioen met een gemiddelde van 47 jaar in alle landen. Ook jongeren in loondienst willen dat. Zo beschouwen Belgische werknemers tussen 18 en 24 jaar 55 jaar als de ideale pensioenleeftijd. In Frankrijk (54 jaar), het VK (53 jaar) en Duitsland (50 jaar) ligt de ideale pensioenleeftijd nog lager. Jonge Nederlanders willen dan weer opmerkelijk langer werken: tot hun 62ste. De huidige, wettelijke pensioenleeftijd ligt in Nederland en het VK op 66 jaar, terwijl die in Frankrijk op 62 jaar ligt. 

    Verschil per land en leeftijdsgroep

    “Het is opvallend dat de gewenste pensioenleeftijd bij jonge werknemers en bij 55+’ers zo’n verschil vertoont, al valt dat wellicht te verklaren door de levensfase waarin ze zich bevinden. Bovendien blijkt ook uit de resultaten dat elke leeftijdscategorie vroeger dan de wettelijke pensioenleeftijd met pensioen zou willen gaan. Dat creëert een spanningsveld, wil men de sociale zekerheid betaalbaar houden. Een duurzaam loopbaan- en HR-beleid is in dat verband cruciaal”, zegt Cathy Geerts, CHRO bij SD Worx.

    Extra loon blijkt grootste drijfveer om langer aan de slag te blijven

    Globaal gezien is de grootste motivatie om na de wettelijke pensioenleeftijd te blijven werken, gelinkt aan het loon: gemiddeld 41% van alle bevraagde Belgische werknemers geeft aan dat meer loon hen zou overhalen om nog niet met pensioen te gaan. Op de tweede plaats (35%) staat de vermindering van het aantal werkuren. Over de derde positie in de rangschikking lopen de meningen uiteen per leeftijdscategorie. Voor 18-24-jarigen zou een minder mentaal belastende taak of rol een extra motivatie zijn voor 33%. Bij de 25-34-jarigen zegt één op de vier werknemers (26%) dat ze langer zouden werken dan de wettelijke pensioenleeftijd indien de jobinhoud interessanter of meer betekenisvol zou worden. Tot slot blijkt dat voor 18% van de Belgische werknemers tussen 35 jaar en 55+ geen enkele factor zou kunnen bijdragen aan het verlaten van de pensioenleeftijd.

    De motivatiefactoren zijn echter niet in alle landen dezelfde en ook per leeftijd zijn er verschillen, al kunnen er een aantal trends onderscheiden worden. Zowat de helft van de werknemers tussen 25 en 34 jaar in België (48%) en Frankrijk (51%) zou langer aan de slag blijven voor een hoger loon. In het VK (54%) en Nederland (35%) is dat vooral motiverend voor de jongste groep (18-24 jaar). Extra loon blijft een belangrijke factor over de verschillende leeftijdsgroepen heen, maar het belang daalt wel met de leeftijd. Een vermindering van het aantal werkuren is belangrijk binnen de jongere leeftijdsgroepen en minder van toepassing op de 55+’ers. Dezelfde trend is merkbaar op het vlak van invulling: hoe jonger, hoe meer interessant en betekenisvol werk hen over de streep kan trekken om langer aan de slag te blijven.

      “Opvallend is de tweespalt binnen de groep 55+’ers: in België is het die groep die aangeeft dat ze het niet erg zou vinden om langer te werken dan de wettelijke pensioenleeftijd (gemiddeld 19%), maar is het ook de groep die het vaakst aangeeft dat niets hen langer aan het werk kan houden (gemiddeld 39%)”, zegt Cathy Geerts, Chief HR Officer bij SD Worx.

        “We merken dat werknemers uit de oudere leeftijdscategorieën zich comfortabeler en meer fit of energiek voelen op de werkvloer omdat ze meer vertrouwd zijn met het takenpakket. Hun jarenlange ervaring zorgt ervoor dat ze zich minder snel zorgen maken en hun job doorgaans goed onder controle hebben. Daarnaast zitten ze ook vaker in stabieler vaarwater dan een jonge werknemer die aan het begin van zijn carrière staat en meer stress ervaart door de work/life balance of zijn financiële situatie. Het is aan de werkgever om regelmatig poolshoogte te nemen bij zijn werknemers en tijdig in te grijpen”, aldus Cathy Geerts bij SD Worx.

        Over het onderzoek

        Het onderzoek van SD Worx werd uitgevoerd bij een brede doelgroep: naast reguliere medewerkers namen ook zelfstandigen, gedetacheerde medewerkers en uitzendkrachten deel. De afname gebeurde door IPSOS in april 2021 in de volgende landen: België, Duitsland, Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Aan het onderzoek namen zowel kleinere als grotere ondernemingen deel, in verschillende sectoren. In totaal werden gegevens van 5000 werknemers verzameld.

        De steekproef is representatief voor de Belgische beroepsbevolking wat betreft geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, regio, verhouding zelfstandige/werknemer en deeltijds/voltijds.