Al lijkt werken in het buitenland de evidentie zelve, zeker voor wie in een grensregio woont, op sociaaljuridisch en fiscaal vlak blijft het een kluwen. De wetgeving varieert immers sterk van land tot land. En op EU-niveau is grensoverschrijdende tewerkstelling – merkwaardig genoeg – nog grotendeels onontgonnen terrein.
Het OESO-Modelverdrag, dat als leidraad gebruikt wordt voor het opstellen van belastingverdragen tussen twee landen, omschrijft grensoverschrijdende tewerkstelling als volgt: inkomsten uit niet-zelfstandige arbeid in een andere staat dan de woonstaat. Achter deze eenvoudige definitie schuilt echter een complexe juridische realiteit van arbeidsrecht, socialezekerheidsrecht en fiscaal recht uit de beide staten die met elkaar interageren.
Geen fiscale regeling op Europees niveau
Grensoverschrijdende tewerkstelling roept zowel bij werkgevers als werknemers flink wat vragen op: welke fiscaliteit en sociale zekerheid zijn van toepassing? Wat zijn de verplichtingen en formaliteiten qua loon- en arbeidsvoorwaarden? En is een vertegenwoordiging in het andere land verplicht om er iemand tewerk te stellen?
Je zou denken dat hier een belangrijke rol weggelegd is voor Europa, maar vandaag valt vooral op hoezeer de EU ter plaatse is blijven trappelen. Op fiscaal vlak ontbreekt zelfs elke vorm van regelgeving. Ons land sloot wereldwijd wel heel wat dubbelbelastingverdragen af. Concreet betekent dit dat een werknemer niet in twee of meer landen belastingen betaalt op zijn inkomen.
Werkstaatprincipe voor sociale zekerheid
Qua socialeverzekeringswetgeving werden wel al verregaande stappen gezet op Europees niveau. Als algemene regel hanteert de EU dat de wetgeving van de werkstaat van toepassing is. Het maakt hierbij niet uit of de werknemer daar ook woont, noch of de werkgever er gevestigd is. Daarnaast geldt het principe van eenheid van onderwerping: werknemers kunnen niet onderworpen worden aan socialezekerheidsstelsels van verschillende landen tegelijk.
Voor wie slechts tijdelijk in het buitenland werkt of in verschillende landen tegelijk aan de slag is, voorziet Europa met detachering en gelijktijdige tewerkstelling twee uitzonderingen op dat algemene werkstaatprincipe. Detachering geldt wanneer een werknemer voor een korte periode voor rekening van zijn werkgever wordt uitgestuurd naar een andere lidstaat. Wie structureel in twee of meerdere landen werkt, valt dan weer onder de gelijktijdige tewerkstelling.
Hoewel de Europese wetgever nooit de ambitie heeft gehad om de verschillende stelsels binnen de unie op een lijn te krijgen, is het toch opvallend dat grensoverschrijdende tewerkstelling op fiscaal vlak nog grotendeels onontgonnen terrein is. De Europese Commissie noch de lidstaten zelf lijken zich druk te maken om grensoverschrijdende tewerkstelling, ondanks het feit dat de complicaties voor de betrokken werknemers en werkgevers aanzienlijk zijn. Precies omdat de regels zo sterk verschillen van land tot land en het om een groeiende groep werknemers gaat. In België en Nederland alleen al pendelen dagelijks zo’n 14.000 werknemers de grens over om bij de buren te werken.