Multinationals kennen medewerkers in dochterondernemingen vaak aandelen toe als extralegaal voordeel, gratis of met fikse kortingen. De discussie of er over deze toekenning RSZ (en vakantiegeld) betaald moet worden, houdt al geruime tijd aan en nam herhaaldelijke wendingen naar aanleiding van diverse rechtspraak.
Als werkgever heb je in België keuze uit een rits extralegale voordelen om het loon van je medewerker op te krikken via fiscaal gunstige regelingen. Aandelenplannen, bijvoorbeeld, die bovendien ook een goede manier zijn om medewerkers te motiveren, te verbinden aan en te laten meegenieten van de resultaten van het bedrijf.
Vooral grote internationale groepen met Belgische dochterondernemingen maken er gebruik van als deel van een breder incentive-plan voor zowel de werknemers al de hogere kaderleden. De interpretatie van de wet kent wel een vreemde kronkel: als het moederbedrijf de aandelen zonder enige tussenkomst van de Belgische dochteronderneming toekent, is er geen socialezekerheidsbijdrage verschuldigd. Afhankelijk van de inmenging van de Belgische werkgever in de toekenning, wordt dit wel het geval.
Om dit onderscheid weg te werken, trachten de overheid, fiscus en RSZ al enige tijd de rangen te sluiten en zich op één lijn te zetten. Concreet wijzigde er in de loop der jaren 3 zaken:
1. Patronale bijdragen RSZ – vanaf juli 2018
Na een uitspraak van het Hof van Beroep paste de RSZ al in het derde kwartaal van 2018 haar administratieve instructies aan. Bedrijven zouden wél sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. Maar volgens sommigen werd het loonbegrip daarmee te sterk uitgebreid. Het Hof van Cassatie nam in een arrest van 5 september 2022 besluit tegen dit ruimere standpunt van de RSZ-administratie. In concrete gevallen blijft de toekenning van gratis aandelen zonder tussenkomst van de werkgever daardoor vrijgesteld van RSZ-bijdragen.
Gevolg van deze onzekerheid: ongelijkheid in het veld. Sommige bedrijven nemen het zekere voor het onzekere, terwijl andere op basis van het arrest van het Hof van Cassatie geen RSZ-bijdragen – en dus ook geen vakantiegeld – betalen over deze toekenning.