Meer dan één op drie van de Belgische kmo’s (37,4%) wil aanwerven; dit is de eerste stijging sinds juni 2018, toen de ambities de grootste piek vertoonden sinds het begin van de studie (38,1%). Al zeven kwartalen op rij schommelt dit percentage rond één derde (nl. 34,4% de vorige twee kwartalen).
“Vorig jaar in juni zagen we ook een piek. Bij de grootste kmo’s met 50-99 werknemers loopt de tewerkstellingsintentie op tot bijna negen op de tien (86,5%). Zij geven ook meer een toename in het werk aan en minder invloed van het politieke klimaat. Bij de grotere kmo’s gaat het in driekwart van de gevallen om vast werk vergeleken met de kleinste kmo’s (57,3%): daar kijkt de kmo-ondernemer ook meer naar freelance en tijdelijk werk via interim of contract bepaalde duur”, verfijnt Annelies Rottiers, strategisch adviseur kmo bij SD Worx de cijfers. “Bij acht op de tien gaat het om voltijdse jobs. In de dienstensector (zowel in privé of openbare sector) staan er meer deeltijdse aanwervingen op stapel dan in de industrie en bouw (18,7% vs. 5,6%).”
In Vlaanderen blijven de plannen om aan te werven stabiel t.o.v. vorige kwartalen (35%) met 36,3%; Oost-Vlaanderen, Antwerpen en Vlaams-Brabant scoren het hoogst. Limburg en West-Vlaanderen het laagst. Voor Wallonië en Brussel samen noteren we nu 39,0%.
Het aantal kmo’s dat een status quo verwacht is significant gestegen tot 65%. Iets minder dan een op drie verwacht een toename van de hoeveelheid werk: 29,1% is de laagste meting sinds 2016. De Belgische kmo is iets negatiever omtrent de verwachte evolutie in de hoeveelheid werk in de komende drie maanden. De grootste ondernemingen (50-99 werknemers) hebben een significant hogere verwachting dan de kleinste ondernemingen (<5 werknemers): 58,2% t.o.v. 24,1 %.
Eén op vijf Belgische kmo’s (20,7%) geeft aan dat het huidige politieke klimaat hun tewerkstellingsintentie beïnvloedt. Organisaties met 50-99 werknemers geven veel minder aan dat de politiek hun intenties beïnvloedt (slechts 14,2%) t.o.v. organisaties met minder dan vijf werknemers (22,2%). Kmo’s uit Oost-Vlaanderen zien het minst invloed (15,4%). Kmo’s uit Limburg het meest (24,9%).