De federale regering moet de concrete invulling van het mobiliteitsbudget nog verder uitwerken. Daarbij wil men de werknemer een grotere keuzevrijheid geven inzake mobiliteit. De werknemer kan voor een bedrijfswagen blijven kiezen, of die inruilen voor alternatieve vervoersmiddelen of zelfs door netto loon. Een simulatie waarbij een bedrijfswagen zonder tankkaart omgezet wordt naar een netto loon, met dezelfde kost voor de werkgever volgens de huidige wetgeving, leert ons het volgende:
Bedrijfswagen |
Catalogusprijs (inclusief opties & BTW) |
Totale leasekost excl. btw voor de werkgever op jaarbasis |
Netto loon voor werknemer (na aftrek RSZ & bedrijfsvoorheffing) op jaarbasis |
Volkswagen Golf |
26,890.00 euro |
3.600 euro |
1.987,56 euro |
BMW 318d |
34,250.00 euro |
4.200 euro |
2.398,20 euro |
Veerle Michiels, juridisch adviseur SD Worx: “Als je de bedrijfswagen inruilt voor een netto loon en de kost voor de werkgever gelijk blijft, krijg je een nettobedrag dat niet echt meer in verhouding staat tot de waarde van de wagen. Daarom pleiten wij voor een mobiliteitsbudget waarbij de werknemer een budget krijgt dat hij naar eigen keuze mag spenderen aan een waaier van vervoersoplossingen, aangeboden door de werkgever (vb. fiets, autodelen, openbaar vervoer, bedrijfswagen, etc.). Dat budget wordt gecreëerd door op ondernemingsvlak de waarde van enkele bestaande extralegale voordelen om te vormen naar een budget, waarbij rekening gehouden wordt met de totale werkgeverskost. Omdat de werknemer zijn keuzepalet aan mobiliteit zelf kan samenstellen binnen het vooropgestelde budget, wordt meerwaarde gecreëerd voor de werknemer zonder meerkost voor de werkgever. Zo hoeft de werknemer zijn bedrijfswagen niet in te leveren, maar kan hij/zij bijvoorbeeld wel kiezen voor een kleiner en milieuvriendelijker model. Het vrijgekomen budget kan besteed worden aan een ander vervoersmiddel, zoals een plooifiets, of uitbetaald worden als brutopremie, onderworpen aan RSZ en bedrijfsvoorheffing. Zo stelt hij zijn socialezekerheidsrechten veilig.”
Uit cijfers van SD Worx (september 2015 – september 2016) naar de vergoeding van de kosten verbonden aan het woon-werkverkeer blijkt dat 17% van de Belgische werknemers een bedrijfswagen heeft. Het gros van de werknemers (55%) verplaatst zich met de eigen wagen; 10% heeft een fietsvergoeding en 9% een abonnement voor openbaar vervoer. Bij 10% van de werknemers komt de werkgever niet tussen in de terugbetaling van de vervoerskosten.
Brussel |
Vlaanderen |
Wallonië |
|
Bedrijfswagen |
25% |
19% |
14% |
Fiets |
4% |
14% |
1% |
Openbaar vervoer |
36% |
6% |
5% |
Eigen wagen |
36% |
62% |
80% |
De bedrijfswagen is het meest ingeburgerd in Brussel (25%), gevolgd door Vlaanderen (19%) en Wallonië (14%). In het zuiden van het land verplaatst maar liefst 80% van de werknemers zich met zijn wagen naar het werk en kiest amper 1% van het werknemersbestand voor de fiets.
Uit onderzoek van SD Worx blijkt dat ongeveer de helft van zowel de werknemers als werkgevers interesse heeft om een mobiliteitsbudget in te voeren. Dat de interesse in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dat het meest lijdt onder de fileproblematiek, het hoogst is, mag niet verbazen: 61% van de werknemers en 59% van de werkgevers staan positief tav het mobiliteitsbudget. In Vlaanderen en Wallonië is dit respectievelijk 46% en 58% van de werknemers en 44% en 46% van de werkgevers.
Een betere mobiliteitsaanpak loont, zowel voor werknemer als –gever, zo blijkt uit onderzoek van Mobimix.be en SD Worx. Enkele van de belangrijkste positieve resultaten zijn: een verhoging van de work-life balance bij werknemers (73%), de creatie van een aangename en moderne bedrijfscultuur (60%), een aantrekkelijk imago als werkgever (58%) en een groter engagement bij de medewerkers (43%).
Wil u vandaag al aan de slag met het mobiliteitsbudget of wil u meer uitleg over het wettelijke kader, contacteer ons via rewardconsulting@sdworx.com.