Het is weer die periode van het jaar: tijd om terug te blikken op de voorbije maanden. Heel wat aangekondigde maatregelen zagen het levenslicht. Andere kregen een opknapbeurt. De belangrijkste nieuwigheden goten we in dit handig overzicht.
1. Afhandeling taxshift
1 januari ging van start met de afwikkeling van de taxshift. Die heeft de lasten op arbeid ingeperkt. De laatste fase van de shift lag in lijn met de wijzigingen die sinds 2016 werden doorgevoerd: enerzijds een hoger nettoloon, anderzijds een daling van de werkgeversbijdragen – zowel in de private profit- als, in mindere mate, in de socialprofitsectoren. De impact van deze laatste fase op de daling werkgeversbijdragen liet zich echter slechts zeer gering voelen. De gehele taxshift zorgde in de profitsector wel voor een duidelijke daling van de Belgische loonkosten, al blijven die vergeleken met andere Europese landen hoog.
2. Bijna-IPA: loonnorm strandt op 1,1%, veel bedrijfssectoren sluiten een akkoord
De tweejaarlijkse onderhandelingen over een nieuw interprofessioneel akkoord (IPA) hadden heel wat voeten in de aarde. Eerst liep het op een sisser af. Tot er in april dan toch witte rook verscheen. Helemaal tot een akkoord kwam het evenwel niet. De socialistische vakbond kon zich niet vinden in de vooropgestelde loonmarge van 1,1%.
De regering nam dan maar het heft in handen en bepaalde het percentage zelf. Concreet betekent dit dat de gemiddelde loonkosten in de privésector, bovenop indexeringen en baremieke verhogingen, maximaal met 1,1% mogen stijgen in 2019 en 2020. Veel bedrijfssectoren vulden de loonnorm trouwens al in met een eigen akkkoord
Ga eerst na welke afspraken hierover werden gemaakt binnen je sector, alvorens een loonsverhoging door te voeren. Over de overige maatregelen gooiden de sociale partners het op een bijna-akkoord.
3. Aangepaste procedure voor winstpremie en loonbonus cao 90
De regels om een collectieve loonbonus toe te kennen, werden het voorbij jaar aangescherpt en in een nieuw standaardformulier gegoten. Een toetredingsakte, noodzakelijk in een bedrijf zonder vakbondsafvaardiging, kan voortaan ook elektronisch ingediend worden, via www.bonusplannen.be.
Ook de relatief jonge winstpremie onderging dit jaar al enkele wijzigingen. Voortaan wordt ook rekening gehouden met deeltijdse medewerkers en/of de situatie waarin werknemers uit dienst gaan. De berekeningswijze van de winstpremie kan dus vanaf nu ook pro rata.
4. Vervroegd pensioen voor SWT’ers
Een werkloze met bedrijfstoeslag of SWT-er die voldoet aan de vereiste leeftijd- en loopbaanvoorwaarden, kan vanaf 2019 ook in vervroegd pensioen gaan.
Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) – het vroegere brugpensioen – werd op een aantal vlakken verstrengd. Tot 30 juni 2020 kunnen werknemers in het kader van verschillende stelsels (zwaar beroep, zeer lange loopbaan) wel nog ontslagen worden met het oog op SWT vanaf 59 jaar. Ga zeker na wat de precieze regels in je sector zijn. Vanaf 1 juli 2021 stijgt de leeftijd in de meeste stelsels naar 60 jaar.
5. Uitbreiding adoptie-en pleegouderverlof
Goed nieuws ook voor wie een kind adopteert of onder zijn hoede neemt. In 2019 werd het verlof uitgebreid. Het adoptieverlof telt voortaan 6 weken per adoptieouder. Voor langdurige pleegzorg – van minstens 6 maanden – voorziet de wetgever eveneens een verlofperiode van 6 weken per pleegzorgouder.
Vanaf 2019 komt er om de 2 jaar telkens een week bij, net zoals bij het adoptieverlof. Die week wordt wel verdeeld onder beide ouders. Tegen 2027 bedragen beide verloven dan maximaal 17 weken: 6 weken per ouder en 5 bijkomende weken te verdelen onder beide ouders
6. Flexibelere opname van thematische verloven
De zomer bracht een uitbreiding van de bestaande formules voor thematische verloven. Hierdoor kunnen werknemers in samenspraak met hun werkgever ouderschapsverlof en verlof voor medische bijstand flexibeler opnemen. Zo kan voltijds ouderschapsverlof voortaan per week in plaats van per maand worden opgenomen.
De bestaande formules voor ouderschapsverlof werden uitgebreid met een 4e optie: 1/10 van een voltijdse werkweek, over een periode van 40 maanden. Concreet kan dit bijvoorbeeld een halve dag per week of een volle dag om de twee weken betekenen. Ook hier is het akkoord van de werkgever noodzakelijk.
7. Het brokkenparcours van de single permit
De single permit werd al lang aangekondigd en is sinds begin 2019 realiteit geworden. Hierdoor vraag je voortaan in één beweging de arbeids- en verblijfvergunning van niet-EU-medewerkers aan. De nieuwe procedure geldt wel enkel voor een tewerkstelling in België langer dan 90 dagen. Als toekomstige werkgever dien je voortaan zelf de aanvraag in bij de gewestelijke migratiedienst, tenzij de werknemer een toelating heeft om voor onbepaalde duur in België te werken.
Hou er wel rekening mee dat de afgifte van de vergunning in de praktijk enig tijd in beslag kan nemen. Want twee verschillende overheidsdiensten moeten hun fiat over het aanvraagdossier geven.
8. Het Vlaams opleidingsverlof vervangt educatief verlof
Het bestaande systeem van educatief verlof werd in Vlaanderen vanaf 1 september vervangen door het Vlaams opleidingsverlof (VOV). Dit biedt elke werknemer in de privésector het recht op maximaal 125 betaalde verlofuren om een opleiding te volgen. De opvolging en terugbetaling verloopt voortaan digitaal én een pak eenvoudiger. Alleen maar goed nieuws, dus!
Opgelet: de terugbetaling bedraagt een forfaitair bedrag van 21,30 euro per uur en het VOV geldt enkel voor arbeidsmarktgerichte of loopbaangerichte opleidingen. Welke dat zijn, vind je terug in de Vlaamse opleidingsdatabank. Werknemers genieten gedurende de loop van de opleiding ontslagbescherming, tenzij je het ontslag duidelijk kunt motiveren.
9. Soepelere regeling voor mobiliteitsoplossingen
De mobiliteitsvergoeding, beter gekend als ‘cash for car’, werd dit jaar aangevuld met het mobiliteitsbudget. Anders dan bij de mobiliteitsvergoeding, die de bedrijfswagen inruilt voor een financiële vergoeding, geeft het mobiliteitsbudget werknemers de keuze tussen verschillende vervoersoplossingen.
Om aanspraak te maken op het mobiliteitsbudget moeten zowel de werkgever als de werknemer aan een aantal voorwaarden voldoen. Medewerkers die op het aanbod ingaan krijgen de keuze tussen een milieuvriendelijke bedrijfswagen, een duurzaam vervoermiddel zoals bus, trein en fiets, of tussen. Elke optie heeft zijn eigen fiscale en sociale regels.
De bestaande mobiliteitsvergoeding werd aangepast aan dezelfde voorwaarden en minimumtermijnen van het mobiliteitsbudget om beide regelingen beter op elkaar af te stemmen. Daarnaast verdween ook het bedrijfswagenattest en kan de vergoeding voortaan stijgen of dalen in functie van de carrièrewendingen van je medewerkers.
10. Miniakkoord over de arbeidsdeal
In de zomer van 2018 bereikte de federale regering een akkoord over een reeks maatregelen die de arbeidsmarkt meer zuurstof moeten geven. Door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, moeten openstaande vacatures sneller worden ingevuld. Een aantal maatregelen werden in 2019 in een wet gegoten:
- Werknemers die hun job verliezen wegens medische overmacht hebben een recht op outplacement.
- Werkgevers kunnen met een flexibeler scholingsbeding vergoed worden voor de opleidingskosten van een werknemer die het bedrijf verlaat.
- Ontslagen werknemers moeten zich in bepaalde situaties binnen de twee maanden inschrijven als werkzoekende.
- Werknemers ouder dan 65 die arbeidsongeschikt zijn maar nog niet met pensioen, hebben tot 6 maanden lang recht op een ongeschiktheidsuitkering.