Door Matthias Jacxsens - 9 oktober 2018 - Leestijd: 4 minuten
De sociale verkiezingen van mei 2020 lijken nog veraf. Maar flirt je organisatie met de tewerkstellingsdrempel van 50 of 100 werknemers, dan spits je toch al het best je oren. Er ligt namelijk een wetsvoorstel op tafel om de referteperiode – de termijn voor de personeelstelling – met een kwartaal te vervroegen.
Organisaties die gemiddeld 50 werknemers of meer tewerkstellen, moeten over een comité voor preventie en bescherming op het werk beschikken. Rondt het gemiddelde personeelsbestand de kaap van de 100, dan komt daar ook een ondernemingsraad bij. Beide organen worden bemand door personeelsafgevaardigden die elke 4 jaar worden verkozen tijdens de sociale verkiezingen.
Senior manager Jan Vanthournout: “Het gemiddelde aantal werknemers wordt sinds jaar en dag berekend op basis van het personeelsbestand van het kalenderjaar vóór de sociale verkiezingen. Voor de verkiezingen van 2020 loopt deze referteperiode dus van 1 januari tot en met 31 december 2019.”
“En daar zit historisch het venijn”, gaat hij verder. “De verkiezingsprocedure ontrolt zich over een periode van 150 dagen. Met andere woorden: teruggeteld van mei 2020 landen we in december 2019. Voor organisaties die schommelen rond de drempel van 50 of 100 werknemers betekent dit dat ze de verkiezingsprocedure al moeten opstarten vooraleer ze weten of het eigenlijk wel moet.”
Deze verwarrende situatie voor werkgever én personeel behoort binnenkort mogelijk tot het verleden. Jan Vanthournout: “Er ligt een wetsontwerp op tafel om de referteperiode los te koppelen van het kalenderjaar. De termijn blijft 12 maanden, maar het voorstel is om een kwartaal vroeger te starten en te eindigen.”
Voor de sociale verkiezingen van 2020 zou dat betekenen dat de referteperiode van 1 oktober 2018 tot 30 september 2019 loopt. Doordat ze 2 maanden voor de start van de verkiezingsprocedure stopt, weet elke werkgever op voorhand zeker of een procedure opstarten nodig is.
Komt de verschuiving van de referteperiode erdoor, dan veranderen ook de spelregels voor de telling van het aantal uitzendkrachten. Je zult niet langer tijdens het laatste kwartaal van de referteperiode een uitzendregister moeten bijhouden, maar tijdens het voorlaatste. Van 1 april tot en met 30 juni 2019 dus.
Jan Vanthournout: “In de nieuwe regeling valt het laatste kwartaal van de referteperiode pal in de zomer, een periode waarin traditioneel veel meer interimmers tewerkgesteld worden dan in andere maanden. Dat zou in veel organisaties een vertekend beeld geven van de tewerkstelling, vandaar deze ingreep.”
Of de verschuiving van de referteperiode er effectief komt, valt nog af te wachten. Maar als voorzichtige werkgever hou je het best dit kwartaal al rekening met de mogelijke impact van je wervingsbeleid op je gemiddelde personeelsaantal.
Jan Vanthournout: “Of je iemand al dan niet met een vervangingscontract in dienst neemt, kan bijvoorbeeld een groot verschil maken. En ook rond deeltijdse tewerkstelling zijn de spelregels strikt. Kortom, de ene aanwerving is de andere niet en je goed laten informeren is de boodschap.”
Meer info over sociale verkiezingen vind je op onze themasite: www.sdworx.be/socialeverkiezingen.
Door Matthias Jacxsens - managing consultant en projectleider sociale verkiezingen bij SD Worx.
Tijdens zijn studies (rechten en wijsbegeerte aan de Universiteit Gent) werd hij geprikkeld door het collectieve arbeidsrecht. Vanuit die passie startte hij in 2012 als legal consultant sociale verkiezingen bij SD Worx. Hij bouwde sindsdien een bijzondere expertise uit op het vlak herstructureringen, collectief ontslag en vakbondsonderhandelingen. Samen met Jan Vanthournout is hij co-auteur van het standaardwerk “Praktijkgids Sociale Verkiezingen”.